Ze waren in 1995 een van de eersten in Nederland die aluminium matrijzen maakten. Nu, 25 jaar later, is dat nog steeds een niche waar Promatrix zich mee onderscheidt. En dat allemaal vanuit de productiehal én spuitgieterij in de groene weilanden van Zegveld.
Heeft Porsche of Volkswagen een bumper nodig voor een prototype van een nieuwe auto? Dan bellen ze Promatrix. Wil Philips een onderdeel laten maken voor een van haar medische apparaten? Promatrix is van de partij. Een lampenkamp voor een straatlantaarn, een onderdeel voor een mestrobot of voederbakken voor veestallen? Promatrix maakt het. Hoe indrukwekkend het portfolio van Promatrix is, des te onopvallender is haar ligging middenin de weilanden van Zegveld. Vanuit hier bedient het bedrijf al jarenlang grote klanten uit verschillende branches met aluminium matrijzenbouw en het spuitgieten van kleine tot zeer grote kunststofproducten. Sinds kort zijn ze zich ook nog gaan toeleggen op aluminium gefreesde onderdelen. ‘De combinatie van matrijsbouw en spuitgieten is in Nederland vrij uniek’, zegt manager Laurens Vogelaar. ‘Het aantal bedrijven dat dit allebei in huis heeft, is op één hand te tellen.’
Aluminium matrijzen
Laurens neemt samen met zijn mede-managers Martijn Boukens (engineering), Erik Schalkwijk (verspaning) en Kees Langerak (matrijzen en spuitgieten) de dagelijkse honneurs waar. Zelf is hij verantwoordelijk voor sales en marketing. ‘Toen Bram de Koning in 1995 met Promatrix begon, waren we een van de eersten in Nederland die aluminium matrijzen (de mallen die nodig zijn om kunststofproducten te maken) produceerden. Over het algemeen zijn ze van staal. Het voordeel van aluminium is dat je er snel en voordelig kleine series mee kunt produceren. Er zijn inmiddels meer bedrijven die dat doen, maar het is nog steeds een niche. Zestig procent van de matrijzen die we maken zijn proefmatrijzen voor de automobielindustrie; zij hebben vaak kunststof onderdelen nodig om auto’s te testen, zoals een bumper, dashboard of het binnenwerk van een autospiegel. Naast die sector doen we veel voor bedrijven in de maakindustrie die bijvoorbeeld een kunststof behuizing nodig hebben voor een apparaat of een technisch onderdeel voor een machine. Je kunt het zo gek niet bedenken of we maken het. We hebben geen eigen producten, alles wat we maken is voor andere bedrijven. Een klant komt bij ons met een CAD-model en wij regelen vanaf dat moment alles. Dat maakt onze branche juist zo mooi: we doorlopen alle stappen om een product te ontwikkelen en zien dus ook heel veel producten ontstaan. We hebben veel aansprekende klanten waar we met plezier voor werken.’
Uitdaging aannemen
Bij Promatrix zijn nuchterheid en slim werken belangrijke troeven in de bedrijfsvoering. Eigenaar Bram liet het interview zelfs aan zijn managers over, omdat zij volgens hem het verschil maken. Het bedrijf gaat volop mee met de ontwikkelingen die er zijn. Laurens: ‘We hebben hier een eigen CNC-afdeling waar we aluminium delen frezen; dat zijn allemaal matrijscomponenten. Als je dat kunt frezen, kun je voor een machinebouwer ook aluminium onderdelen maken. Zodoende zijn we steeds meer de verschuiving aan het maken naar een “part supplier”. We maken nu nog voor een select groepje aluminium onderdelen, maar dat kan in de toekomst zeker meer worden. Ook denken we indien gewenst met klanten mee over nieuwe materialen. Bioplastic is bijvoorbeeld redelijk in opkomst en we hebben laatst nog samen een klant een proefverpakking met dit materiaal gemaakt. Dat soort uitdagingen gaan we niet uit de weg, we houden er juist van. Daarnaast zijn we ook een bedrijf dat lef toont in de markt. Zien we iets waar we business van kunnen maken en waarde kunnen toevoegen voor klanten, dan grijpen we die kans. Zo was Bram niet tevreden met de automatiseringssystemen die door machinefabrikanten werden geleverd. Toen is hij zelf iets gaan bouwen. Dat heeft geresulteerd in Cellro, een nieuw en goedlopend bedrijf dat in Veenendaal zit. Met Promatrix maken we weer onderdelen voor die machines.’
Hoewel Promatrix gehecht is aan haar bijzondere en authentieke locatie in Zegveld, kan een verhuizing niet meer uitblijven. Als alles volgens plan verloopt, wordt nog dit jaar begonnen met de bouw van een nieuw bedrijfspand in Bodegraven. ‘De belangrijkste reden is simpelweg ruimtegebrek. Ons machinepark groeit en er komt een moment dat we dat hier niet meer kwijt kunnen. Bovendien is dit niet de meest ideale regio om technisch personeel aan te trekken. Je kunt hier niet makkelijk met het openbaar vervoer komen. En we zijn, net zoals elk technisch bedrijf, afhankelijk van goede mensen. Ze krijgen hier veel eigen verantwoordelijkheid en de vrijheid om hun eigen functie in te vullen. Vanaf volgend jaar kunnen we hen hopelijk verwelkomen op onze nieuwe locatie.’
Dit artikel komt uit OnderNamen Woerden – Lente 2020
© tekst: Kelly Bakker
